Constantijn: maak werven personeel buiten EU makkelijker voor start-ups
Nederland moet het gemakkelijker maken voor bedrijven om talent van buiten de EU aan te trekken. Zo stelt de overheid vrij hoge salariseisen als voorwaarde voor de komst naar Nederland. Met name jonge startende bedrijven kunnen dergelijke lonen niet betalen.

Dat zei prins Constantijn van Oranje donderdagmiddag in een gesprek met de Tweede Kamer. Constantijn sprak in het parlement vanuit zijn functie als ambassadeur van StartUpDelta, een organisatie die werkt aan het verbeteren van het klimaat voor start-ups in Nederland.
Kennismigrant
Een Nederlands bedrijf dat een kennismigrant van buiten de EU in dienst neemt, moet minimaal €4240 bruto per maand betalen aan buitenlandse werknemers van dertig jaar en ouder. Voor kennismigranten jonger dan 30 jaar geldt een verlaagd salariscriterium van maandelijks minstens €3108 bruto. Met name de salariseis voor dertigplussers zou voor start-ups bijzonder hoog zijn, bleek eerder ook uit onderzoek in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs.
Constantijn oppert dan ook de mogelijkheid dat bedrijven aandelen of opties op aandelen kunnen geven aan hun personeel. Het eigenlijke salaris kan dan relatief laag blijven, wat een startende, veelal nog niet erg kapitaalkrachtige startende onderneming goed uitkomt. Het personeel kan dan later zijn opties en aandelen verzilveren als het bedrijf is gegroeid en dus meer waard is.
Programmeurs
Probleem is dat het verstrekken van aandelen aan werknemers wordt gezien als loon. Zodoende moet er loonbelasting over worden geheven. StartUpDelta pleit dan ook voor een soepeler fiscaal klimaat voor startende ondernemingen om buitenlands talent te trekken. Met name aan programmeurs en softwareontwikkelaars en andere ICT-functies is er op dit moment in Nederland een groot tekort.
‘Constantijn en zijn collega’s pleiten ervoor het zogeheten ‘start-upvisum’ uit te breiden’
Daarnaast pleiten Constantijn en zijn collega’s ervoor het zogeheten ‘start-upvisum’ uit te breiden. Dit type visum introduceerde de overheid in 2015 om ondernemers van buiten de Europese Unie naar Nederland te halen. Zij krijgen een jaar de tijd om samen met een betrouwbare begeleider (‘facilitator’) in Nederland een innovatief bedrijf te beginnen.
Sleutelpersoneel
Volgens StartUp-Delta bestaan dit soort startende buitenlandse bedrijven vaak al uit een klein team. Maar als niet het hele team als bestuurder bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven, krijgen ze niet allemaal een ‘start-upvisum’ en moeten sommige sleutelwerknemers in het land van herkomst achterblijven. Eerder hebben daarom al buitenlandse ondernemers besloten zich toch maar niet in Nederland te vestigen. Constantijn pleit er zodoende voor al het sleutelpersoneel voortaan onder de ‘start-upvisum’-regeling te laten vallen.
Eerder gisteren werd bekend dat er een flinke stijging is van het aantal start-ups dat zich ontwikkelt tot een snelgroeiend miljoenenbedrijf, oftewel een scale-up. Zo groeiden vorig jaar 331 start-ups door tot een scale-up. In 2014 lukte dit nog 98 bedrijven, zo blijkt uit de ScaleUp Dashboard 2017 van het Erasmus Centre for Entrepreneurship, dat is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Nieuw banen
Een scale-up is een onderneming met minstens tien werknemers of minstens €5 mln omzet die daarna gedurende drie jaar minstens twintig% per jaar groeit. In totaal zijn er nu ruim 3200 snelgroeiende bedrijven in Nederland, een toename van 5,4% vergeleken in vergelijking met vorig jaar. Sinds 2013 hebben deze ondernemingen volgens het onderzoek bijna 39.000 nieuwe banen gecreëerd.
Keerzijde is wel dat steeds meer Nederlandse bedrijven juist niet of nauwelijks groeien. Een derde krimpt zelfs. De groep stabiele of zelfs krimpende bedrijven omvat nu al bijna 85% van het midden- en kleinbedrijf, meldt het onderzoek.